op

Het is fijn om een huis in de stad achter de hand te hebben. Ik spreek uit ervaring.

Gisteravond fietste ik na zangles door naar mijn broertje, waar ik Sweeney Todd keek (een Tim Burton film die ik een keer moest zien maar die eigenlijk gewoon heel erg smerig is met een iets te hoog musical-gehalte...) en bleef logeren. Vanochtend kwam ik te laat aan bij de ijsbaan, schaatste ik een poosje met mijn klasje, at illegaal patatjes in de kantine (dat was blijkbaar niet de bedoeling, meneer de mentor was een beetje boos) en fietste naar school. Daar volgde ik Duits en Nederlands, om vervolgens weer terug te fietsen naar de stad (tegen wind) om daar naar de ortho te gaan (waar ik ook te laat was). Toen die klaar met me was hervatte ik mijn lichamelijke inspanningen weer richting mijn broer en die was zo lief om mijn fiets achterop de auto te gooien en me naar huis te brengen.

Ik ben uitgeput, koud en hongerig, maar ben over een uurtje weer te vinden als pianiste van een hyperactief kinderkoor. Alles voor het geld.